Alles wat je moet weten over locaties in het WMS (deel 2)

Alles wat je moet weten over locaties in het WMS (deel 2)

In een serie van drie blogs bespreken we alles omtrent locaties in het Warehouse Management Systeem. In de vorige blog hadden we het over bulk- en picklocaties en de strategie achter het aanvullen (replenishen) van picklocaties. In het tweede deel lees je over de mogelijkheden van type locaties en de verschillende condities / eigenschappen van locaties.

WICS - Warehouse Management System - LEF
Gepubliceerd op

Locatietypes

Met locatietypes is het mogelijk om bepaalde voorwaarden toe te kennen, waarop de software acteert. We kennen de categorieën ‘Administratief’ en ‘Fysiek’.

Administratieve locatietypes

De administratieve locatietypes hebben geen vaste fysieke kenmerken, maar kunnen verschillen per magazijn.

Crossdock

Bij het begrip crossdock gaat (een deel van de) binnenkomende goederen direct het magazijn uit op basis van een bestaande order. Het locatietype crossdock zorgt er daarom voor dat bij het plannen van een order voorraad op dit type locatie altijd voorgaat op andere locaties. Zo wordt een orderpicker niet naar een stelling op de 4e verdieping gestuurd, terwijl een order kan worden vervuld met een (deel van de) inslag.

Handover-locatie

Als een logistieke handeling niet in één beweging kan worden uitgevoerd, kan men de goederen op een zogenaamde handover-locatie zetten. Dit gebeurt bijvoorbeeld in hoogbouwmagazijnen waarbij reachtrucks werk ‘klaarzetten’ of bij het gebruik van een lift. Het WMS maakt vervolgens een transfer van de handover-locatie naar de eindbestemming. Wellicht lijkt deze stap overbodig, maar een WMS wil altijd weten waar bepaalde voorraad geregistreerd staat. Ook registreer je hiermee wie welke beweging heeft uitgevoerd in het magazijn.

Overflow

Een overflow locatie is een locatie zonder beperking: deze kan niet vol raken en meerdere artikelen is gewoon toegestaan. Dit type wordt vaak gebruikt als er niet te berekenen is hoe veel producten er op een locatie passen, bijvoorbeeld bij een legbord of een kleinvakstelling.

Lost and Found

Ieder magazijn in een WMS heeft een locatie waar vermissingen op worden geboekt. Dat wordt een Lost and Found locatie genoemd. Een product dat (tijdelijk) kwijt is in het magazijn, kan later weer worden opgeboekt vanuit deze locatie of definitief afgeboekt. Tot die tijd is het fysiek aanwezig maar niet verkoopbaar.

Red Zone

Als een magazijnmedewerker naar een gedwongen locatie wordt gestuurd om binnenkomende goederen op te slaan, wordt vaak een ‘Red Zone’ als toegestane uitwijk ingesteld. Dan kan de magazijnmedewerker verder met de scanopdrachten en kan ondertussen worden uitgezocht waarom de gedwongen locatie niet te gebruiken is.

Fysieke locatietypes

De fysieke locatietypes zijn, in tegenstelling tot de administratieve locatietypes, daadwerkelijk met het oog te onderscheiden. Dit type locaties wordt voornamelijk gebruikt om het magazijn zo optimaal mogelijk te benutten.

Single racking

Rekkenlocatie met normaliter de capaciteit van 1 pallet. Deze locatie is direct na plaatsing vol en zal niet bijgevuld worden. In de meeste gevallen zijn 2 rijen ‘rug aan rug’ met elkaar bevestigd gevolgd door een gangpad, zoals onderstaand te zien op de foto.

WICS - Warehouse Management System - Single racking
Drive in

Als er voor een rekkenlocatie diepte wordt gebruikt, dan noemt men dit een drive in-locatie. Hierbij kan worden aangevuld tot een bepaald niveau diep. Dit wordt toegepast wanneer er veel gelijke pallets worden opgeslagen. 

WICS - Warehouse Management System - drive-in locatie
Blokstapeling / Vloerlocatie

Het kenmerk van blokstapeling (of vloerlocatie) is dat als op deze locatie voorraad wordt neergezet, er door het WMS standaard capaciteit wordt uitgerekend van exact gelijke pallets. Er is wel een marge mogelijk op bijvoorbeeld inslagdata.

WICS - Warehouse Management System - Blokstapeling
Deur (dock)

Hoewel de naam anders doet vermoeden gaat het hier juist niet om een open en dichtgaande deur maar om de ruimte daarachter, ook wel een dock genoemd. Het lossen vindt plaats op een deur en worden vanaf die locatie tevens weggezet. Bij uitslag kan een orderpicker of heftruckchauffeur gevraagd of opgedragen worden om goederen (per rit) op een deur te zetten.

WICS - Warehouse Management System - Dock
Kar / karlocatie

Een kar wordt gebruikt voor wavepicking (meerdere relatief kleine orders worden in 1 wandeling verzameld) en fijnmazige inslag (meerdere relatief kleine opslagen worden in 1 wandeling opslagen op locatie). Onderstaand een voorbeeld van Kruizinga, klant van WICS en leverancier van dit soort pickkarren. Rechts de kar in gebruik op de beurs. Omdat een WMS altijd precies wil weten waar goederen zijn, bestaan er op de kar ook weer locaties, de karlocaties.

WICS - Warehouse Management System - Kruizinga
Legbord

Wanneer er artikelen met weinig volume worden opgeslagen, wordt vaak gebruik gemaakt van legbordlocaties. Een legbordlocatie (of kleinvaklocatie) zal in principe niet “vol” raken.

WICS - Warehouse Management System - WELPP

Eigenschappen van locaties

Bij de eigenschappen van een locatie wordt meestal gedacht aan lengte, breedte en hoogte. Daarnaast is het echter ook mogelijk om volume (bijv. bij bigbags) of diepte (dubbeldiepe opslag) te gebruiken. Soms wordt een maximum gewicht aangehouden per locatie.

In geval van meerdere pallets die worden opgeslagen binnen 1 legger, noemen we dit de groeperingeenheid. Zo kan er rekening mee worden gehouden om bijv. max. 3 blokpallets op 1 legger te gebruiken of 4 europallets op 1 legger. Bij het in- en opslaan van de binnenkomende voorraad is zo de meest efficiënte locatie aan te wijzen. Alles valt en staat uiteraard met de ingegeven artikelstamgegevens. Je zou ook een maximum per draaggewicht kunnen instellen.

Locatiecondities

Een locatie kan diverse condities met zich meedragen. Zo kan een locatie kan alleen gebruikt worden voor bijv. ADR-artikelen (gevaarlijke goederen) of een aparte quarantainestatus hebben, al wordt dit meestal op zoneniveau georganiseerd. Daarnaast kan, naast het blokkeren van bepaalde voorraad, ook een locatie (tijdelijk) geblokkeerd worden. In de koel- en vriessector wordt dit veel gebruikt.

Daarnaast kan er een conditie als fast mover of slow mover aan een locatie worden gekoppeld. Zo kan een bepaald deel van het magazijn als fast mover worden ingericht. Deze locaties mogen dan bijvoorbeeld alleen gebruikt worden door een bepaalde artikelgroep.

Noodzaak van het WMS

Het inrichten van de verschillende zones met bijbehorende types, eigenschappen en condities kan voor veel efficiëntie in het magazijn zorgen. Door het gebruik van bijvoorbeeld een deur- of handover-locatie is altijd bekend waar de artikelen zich bevinden. Ook is hiermee inzichtelijk wie als laatste de goederen verplaatst heeft. Dit kan een hoop uitzoekwerk besparen. Legborden en karren worden het meest gebruikt binnen de B2C logistiek. De legborden besparen veel ruimte voor het kleingoed, terwijl karren perfect kunnen worden ingezet voor het efficiënt orderpicken en inruimen.

Bij B2B logistiek met voornamelijk pallets, bespaart het goed managen van de dubbeldiepe opslag en groeperingseenheden veel meters en ruimte. Maar soms is het simpelweg strikte regelgeving rondom bijvoorbeeld ADR- of quarantainegoederen waardoor locatiemanagement enorm belangrijk is. Een volwassen Warehouse Management Systeem zorgt ervoor dat alle vormen van locatiebeheer mogelijk worden om te organiseren in het magazijn.

Deel 3

In het laatste deel vertellen we over de mogelijkheden achter het nummeren van locaties binnen het Warehouse Management Systeem. Nog even teruglezen wat de strategie is achter het opdelen en vooral het aanvullen van pick- en bulklocaties? Klik dan hier voor het eerste deel.

Uitdagingen op het gebied van locatiemanagement? Neem contact met ons op!<